De hoogste tijd voor het Groninger Energiegesprek

Geschreven door Luuk Hajema

Twee statenleden van de Partij van het Noorden reageren in het Dagblad van het Noorden van 4 mei 2020 op de Regionale Energiestrategie (RES) voor Groningen. In dat plan staat dat Groningen in 2030 5,7 Terawattuur (TWh) aan energie uit zon en wind wil opwekken. De briefschrijvers vinden dat Groningen daarmee een te grote bijdrage levert aan de landelijke opgave van 35 TWh, terwijl de afhandeling van de schade door aardgaswinning nog niet is afgehandeld. Ik wil daar een kanttekening bij plaatsen, en er iets anders tegenoverstellen: een pleidooi voor een goede, eerlijke maat-schappelijke discussie over duurzame energie, met als doel een breed gedragen plan voor het opwekken van energie op Gronings grondgebied, en veel meer lokaal eigenaarschap.

Eerst de kanttekening. De RES is een langetermijnvisie op energietransitie; een uitvloeisel van het landelijke Klimaatakkoord, dat in 2019 is onder-schreven door alle gemeentes, provincies en waterschappen. Er is geen Haags dictaat. De regionale overheden hebben er zelf voor gekozen elk een RES op te stellen en zo een bijdrage te leveren aan het oplossen van een landelijk en internationaal probleem. Groningen heeft in september 2019 besloten een “realistisch” bod te doen. Bijna alle dertig regio’s hebben nu een eerste concept opgesteld, dat het jaar 2030 als ijkpunt heeft. Maar uiteindelijk gaat het erom veel verder vooruit te kijken, zodat we ook over honderd jaar ons hoofd letterlijk nog boven water kunnen houden.


Een spiegel voor gemeentes

Is de concept RES van Groningen haastig tot stand gekomen, en extreem ambitieus, zoals de briefschrijvers me-nen? Aan de concept RES is bijna een jaar gewerkt door bestuurders van de twaalf Groninger gemeentes, twee waterschappen en de provincie. Er is nog ruim vier maanden om erover te besluiten en daarna nog negen maanden om het plan verder uit te werken. En over de ambitie: de concept RES is een optelsom van plannen en ambities die de twaalf Groninger gemeentes eerder hebben vastgesteld. Het nieuwe is alleen dat nu voor de hele provincie een optelsom is gemaakt, en daar komt 5,7 Terawattuur uit. Geen nieuw plan dus, wél nieuwe informatie voor de meeste Groningers. In de concept RES krijgt geen enkele gemeente iets opgedrongen. De RES houdt gemeentes slechts een spiegel voor: kijk, hier dit zijn uw eigen al vastgestelde plannen, en die van uw buren. Bevalt het?


Communicatievraagstuk

En ja, het gaat om grote oppervlaktes van vooral zonnepanelen. Zonnepanelen nemen veel ruimte in beslag. Veel meer dan windmolens, en dat heeft gevolgen voor het landschap. Windmolens hebben trouwens ook ingrijpende gevolgen. In het verleden heeft dit vaak te weinig aandacht gekregen in de overheidscommunicatie. De RES biedt de kans daar nu alsnog duidelijk-heid over te geven. Zorgen dat mensen weten wat er speelt, dat is een belangrijke opgave bij het nadenken over duurzame energie. Energietransitie is dan ook voor een belangrijk deel een communicatievraagstuk.


Maar niet alleen dat. Het gaat inderdaad ook om het formuleren van een antwoord op de vraag wie eigenaar wordt van toekomstige parken van windmolens en zonnepanelen, waar ze komen, en wie eraan gaat verdienen. Een groot deel van de opbrengst gaan nu nog naar investeerders buiten de provincie. In de concept RES zijn voorstellen gedaan dat in de toekomst anders te doen. Het uitgangspunt is dat inwoners voor de helft eigenaar worden van nieuw te ontwikkelen energieparken. Omdat daar nogal wat juridische en financiële haken en ogen aan zitten, vraagt dat om nader onderzoek. Een interessante optie is een herintroductie van gemeentelijke energiebedrijven. De gemeente Groningen is daar al een heel eind mee. Zo komt de energieproductie weer volledig in lokale handen.


Energietransitie is een enorme opgave, en een opgave waaraan niet valt te ontkomen. Het aardgas raakt op, maar zon en wind zijn oneindig beschikbaar. Hoe passen parken van windmolens en zonnepanelen in het landschap? Welke kleinschalige oplossingen zijn daarnaast mogelijk, op daken van huizen en bedrijven? En hoe zorg je dat inwoners niet alleen de lasten krijgen, maar ook de lusten? Die vragen spelen in heel Nederland.


TYPISCH GRONINGEN

Groningen is de enige provincie waar nog iets anders meespeelt. Dat is de erfenis van zestig jaar aardgaswinning. Die heeft veel pijn gedaan en schade veroorzaakt, en daar zijn we nog lang niet mee klaar. Schadeherstel en versterking van gebouwen duren veel langer dan nodig is, en daar moeten onze bestuurders aan blijven werken. Tegelijk denken zij na over de langere termijn, onder meer via het Nationaal Programma Groningen. Dat is een grote pot geld, waar 1,15 miljard euro in zit, beschikbaar voor economie, onderwijs, gezondheid, leef-baarheid, bereikbaarheid, landschap en erfgoed – kortom voor alles dat je als samenleving nodig hebt om verder te komen.

Tussen het nadenken over energie-transitie en de discussie over de toekomst van Groningen zit veel overlap. Maar dat verband wordt nog weinig gelegd. Ik pleit ervoor om dat meer te gaan doen, en Groningen en de Groningers hier intensief bij te betrekken. Met oog voor mensen en hun zorgen, met inzet van goede communicatiemiddelen en straks ook weer ouderwets door goede gesprekken te voeren.

 

VERSTANDIG ÉN VERPLICHT

Dat is verstandig uit communicatief oogpunt, maar het is ook min of meer verplicht. Want er komt een nieuwe wet aan – de Omgevingswet – die gemeentes, provincie en rijksoverheid opdraagt hun inwoners te betrekken bij toekomstplannen. Gemeentes zijn daar al volop mee bezig. Op regionale schaal is een mooi begin maakt met Toukomst, het initiatief van het Nationaal Program-ma Groningen dat inwoners oproept met ideeën te komen voor de toekomst van onze provincie. Maar tot nu toe doet ieder zijn ding – met de beste bedoelingen, maar niet altijd afgestemd op wat de buren of de overburen doen.

 

AFSTEMMING VEREIST

Die goede afstemming zou er moeten komen. Met wellicht een belangrijke coördinerende rol voor de provincie. Die heeft per slot een democratisch gekozen bestuur dat zich inzet voor álle Groningers, in elke Groningse gemeente. Eerlijk vertellen waar het om gaat, feiten, cijfers en beelden geven van wat er speelt en wat ons te wachten staat. En daar vervolgens over in gesprek gaan, in buurten, dorpen, en steden, met de talloze inwoners die diep betrokken zijn bij wat er in hun leefomgeving speelt, maar die soms door de bomen het bos niet meer zien.  Meer samenwerking, dat helpt Groningen vooruit. Het is tijd voor het Groninger energiegesprek!

 

Wat is een Terrawattuur?

 

Een terawattuur (TWh) is hetzelfde als een miljoen megawattuur (MWh) en duizend gigawattuur (GWh). 

Het grootste zonnepark van Nederland ligt sinds eind 2019 in de provincie Groningen, bij Sappemeer. Het beslaat 117 hectare en bevat ruim 315.000 zonnepanelen. Om de gedachten te bepalen: een voetbalveld meet ongeveer 100 bij 65 meter. Dus 0,65 ha.

Hoeveel gaat het park produceren?

 

Het zonnepark Midden-Groningen gaat per jaar ongeveer 100.000 MWh produceren. Dat is 0,1 TWh. Als de regio’s alle duurzame elektriciteit (35 TWh) met dergelijke zonneparken willen produceren zijn er in 2030 in heel Nederland 350 zonneparken van deze grootte nodig. Met een verwachte productie van 5,7 TWh zou Groningen in 2030 57 zonneparken ter grootte van die van Sappemeer hebben.

Hoeveel verbruikt een huishouden?

 

De meeste huishoudens gebruiken per jaar 2.500 tot 3.000 kWh (2,5 tot 3 MWh). Maar natuurlijk zijn huishoudens niet de enige stroomgebruikers.

De hele provincie Groningen gebruikt jaarlijks zo’n 5,5 TWh. Zo’n 1,5 TWh voor woningen en gebouwen en 4 TWh voor de industrie.